Winter in Australia
Blijf op de hoogte en volg Jessica
31 Mei 2017 | Australië, Lancelin
Overdag was de temperatuur nog prima te doen, al duurde het steeds een paar uur voordat mijn lichaamstemperatuur weer normaal was. We konden nog steeds naar prachtige stranden en mooie uitkijkpunten. We reden verder naar het zuiden in onze Jeep, volgeladen met eten, naar Hamelin Pool waar we zo’n 1,5 uur return naar toe moesten lopen. Het grappige is dat Australiërs de afstanden op een bijzondere manier inschatten. Als zij aangeven dat iets “around the corner” is, betekent dit eigenlijk een half uur verder. Maar met hiken denken de Aussies waarschijnlijk dat je kruipend naar het uitzichtpunt toegaat, want daar kloppen de aangegeven tijdens helemaal niet. Zo ook bij Hamelin Pool, waar een walk van 1 uur aangegeven stond, maar waar we 20 minuten over hebben gedaan. In het begin van de westkust gingen we ons steeds netjes voorbereiden voor de walks; wandelschoenen aan, fles water mee, zonnebrand op. Nu loop ik op mijn flip flops er naar toe want ik weet dat het toch wel meevalt. Pas wanneer er een return tijd van 3 uur voor staat wordt het voor ons serieus. De pool zelf mochten we niet in want het zat vol met bacteriën (waarom had niemand dit even gezegd?). Dus reden we dezelfde dag nog door naar Shell Beach. Heel toepasselijk want het hele strand ligt vol met mini schelpen. Australiërs doen niet aan gekke of vreemde namen, ze geven plaatsen, dieren of objecten gewoon een naam zoals het eruit ziet, lekker makkelijk. Hier hebben we lekker op het strand geluncht, maar was ik het na een tijdje wel weer zat met liggen en een boekje lezen, ik wilde wat doen. Dus gingen we weer een walk uitzoeken, maar dit was wederom een blokje om van 500 meter… Inmiddels was iedereen lui geworden van het in de auto zitten (want ja, de bezichtigingen lagen dan weer niet bij elkaar om de hoek) en zochten daarom een camping op in Shark Bay.
Na weer een koude nacht gingen we er vroeg uit omdat we hadden gehoord dat je dolfijnen kon spotten in Monkey Mia. Dieren vind ik altijd super leuk, dus daarvoor wilde ik wel vroeg opstaan. Vroeg betekende nog voor zonsopgang en dus moesten we onze tentjes afbreken in standje vrieskou. Om het National Park binnen te komen moesten we eerst een flink bedrag neerleggen, maar het was het waard, er waren veel dolfijnen! Later bleek er ook een luxe resort in het park aanwezig te zijn waar alle rijke vakantiegangers zich vermaakten in hun bungalows aan de zee. Wij vielen met z’n 4e behoorlijk buiten de boot hier. We waren nog zo koud en moe dat we de dolfijnen gingen spotten in onze pyjama’s terwijl de rest van de mensen in het resort al opgedoft aan het ontbijt zat. We hadden koffie (en ik warme chocomel) besteld en zaten als vier stereotype backpackers tussen de vakantiegasten. We keken onze ogen uit voor het ontbijtbuffet wat bestemd was voor de gasten. We roken de gebakken eitjes en zagen vers fruit voorbijkomen met yoghurt. Stiekem wilden we ook dit ontbijt wel hebben, maar ja onbetaalbaar natuurlijk. Tot we op het idee kwamen om net te doen alsof we in het resort verbleven en gewoon mee zouden doen met het buffet. Niemand had een bandje om, dus iedereen zou resortgast kunnen zijn. Echter paste onze outfits niet bepaald binnen de groep die hier zat te eten. Toen keken de andere meiden mij aan. Ik ben de enige die altijd slaapt in een pyjama jurkje. Daaronder had ik nu een legging en ik had er een trui overheen. Als ik dit uit zou doen kon ik er wel mee door. Dus daar ging ik. Legging uit, trui over mijn schouders heen, voor een bekakte look, en mijn haar losgegooid. Niemand die het zag en zo hebben we yoghurt, fruit en worstjes naar binnen gewerkt. Erg? Ja, tja we blijven Hollandse backpackers.
Nadat we onze buikjes gevuld hadden reden we door naar Kalbarri National Park en stapten uit bij Hawks Head. Dit was echt mooi! Een heel vet uitzicht over de gorge! Daarna liepen we nog even naar beneden naar een rivier, maar daar was niet veel meer van over. Ook de Nature Window was onbegaanbaar. Dit is hét hoogtepunt van dit park, maar ze zijn al een jaar(!!) bezig met de weg…
De rest van de dag verbleven we in Kalbarri zelf, een mooi stadje aan het strand wat mij doet denken aan Spanje. Prachtige kliffen, palmbomen, helder blauw water en hele chille sfeer. Op de camping was sinds lange tijd weer een keuken en een douche aanwezig, dus voor ons voelde dat al aan als complete luxe. De dag daarna kwamen we in Geraldton aan, de eerste echte grote stad sinds tijden. Toch hadden we hier verder niets te zoeken en dus eindigden we onze dag in Leeman met een groot kampvuur om onszelf op te warmen.
De dagen daarna hebben we volgemaakt met strand, zonnen en wijn drinken. Half aangeschoten (met Romee als bob) reden we door Nambun National Park wat bekend staat om de Pinaccels. Hier was een speciale route voor de auto aangelegd en vanuit je raampje kon je genieten van al het moois. Wij hadden vooral de slappe lach en hadden het idee dat we door Safaripark Beekse Bergen reden. Alleen de leeuw ontbrak nog. Op onze enalaatste dag gingen we sandboarden in Lancelin. Dit was weer echt een vette activiteit. Op je blote voeten op een plank naar beneden sjezen. Het deed mij denken aan snowboarden, maar daarmee kun je sturen en met sandboarden dus niet. Dit geeft hele leuke foto’s want iedereen valt vroeg op laat met z’n gezicht in het zand en rolt naar beneden. De laatste, koude, maar toch gezellige avond hebben we gekampeerd op het strand direct aan de zee en zo viel ik langzaam weer in slaap, met mijn mutsje op en sokken aan. Winter in Australië is toch echt wel anders dan de winter in Nederland.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley